Optische kleurmenging met acrylverf

De wereld om ons heen is een steeds veranderend kleurenspektakel. Om dit in een schilderij vast te leggen is kennis van de kleurentheorie onontbeerlijk. Leer alles over kleurmenging en optische kleurmenging met acrylverf in deze uitgebreide stap-voor-stap handleiding met foto's en handige tips.

Ga naar stap 1

Maak je eigen

In het boek 'Kleur!' worden de volgende onderwerpen uitgelegd. van Royal Talens: het creëren van kleur, de eigenschappen van kleur, het mengen van kleuren en schilderen met kleur. Hieronder ziet u een voorbeeld van optische kleurmenging. Deze techniek vindt u op pagina 21 van de 'Kleur!' boekje.

Ga naar buiten en maak een foto van een omgeving met veel diepte, of gebruik een bestaande foto. Kies vervolgens de sectie die u voor uw werk wilt gebruiken.

Klik hier om de brochure te downloaden!

Wat je nodig hebt

  • Rembrandt acrylpapier
  • Amsterdamse penselen: fijne en medium gussow
  • Amsterdam Standard Series: Zinkwit 104, Titaanwit 105, Ultramarijn 504 en Sapgroen 623
  • Amsterdam acrylstiften (middelgroot): Ultramarijn 504, Primair Cyaan 572, Phthalo Blauw 570, Burnt Sienna 411, Burnt Umber 409, Neutraal Grijs 710, Permanent Groen 618, Geelachtig Groen 617, Primair Geel 275, Geel Oker 227, Azo Geel Diep 270, oxidezwart 735
  • Amsterdam acrylstiften (klein formaat): Titaniumwit (105)
  • Grafietpotloden van Van Gogh
  • Bruynzeel Design kneedgum

Schets met potlood op acrylpapier.

Stap 1

Niet alles op de referentiefoto hoeft in de schets te worden opgenomen. Op deze foto stond een grote boom precies in het midden van het geselecteerde gebied. Dit zou veel aandacht hebben getrokken en is daarom uit de schets weggelaten.

Zorg er ook voor dat je niet te veel afleidende details langs de rand van je werk weergeeft. Hierdoor wordt de aandacht gevestigd op het door u geselecteerde onderwerp.

Begin met het schilderen van de eerste laag voor de lucht.

Stap 2

Gebruik acrylverf (105 & 504) en een grove kwast.

Houd er rekening mee dat! Net boven de horizon is de lucht altijd lichter dan hogerop. Schilder dit met brede penseelstreken.

Ga verder met het ruwe basisschilderen van de gebouwen en vormen. Gebruik een penseel voor de grotere vlakken en een marker voor de fijne elementen

Breng meer details aan in zwart en blauw.

Stap 3

Observeer het ruimtelijke effect. Hoe groter het kleurcontrast, hoe dichterbij de objecten lijken. In dit werk worden daarom de schaduwen van de huizen eerst zwart en daarna blauw gemaakt.

Hierdoor lijken de huizen verder weg dan wanneer je de schaduwen zwart zou maken. Door de twee kleuren over elkaar heen te leggen, krijg je een dieper blauw. ('Kleur!' - “Verzadiging en suggestie van ruimte", p. 27)

Vul nu de boomgrens in met een stift.

Stap 4

Eerst de donkere vorm, daarna lichtere punten in wit, oranje en geel voor het ruimtelijke effect. Aanvankelijk staan ​​de bomen te dichtbij. Dit kun je verhelpen met blauwe stippen bovenaan de bomen. (Kleur! - "Optisch mengen van kleuren", p. 21).

TIP: Wacht bij optische kleurmenging tot de onderste laag droog is, omdat de verf anders mengt als deze nat is.

Ga door met het toevoegen van meer details.

Stap 5

Probeer met veel elkaar kruisende punten en lijnen te werken om een ​​optische mix van kleuren te creëren. Zorg ervoor dat de schaduwen en het perspectief nog steeds correct zijn. Gebruik de dunne stift om (kleine) witte details aan te brengen.

Eindelijk, voltooi het werken op het water.

Stap 6

Verf de witte vlakken turkoois (met een penseel). Creëer de witte en donkere reflecties van licht op het water met een stift. Door zowel wit als blauw te mengen, ontstaat een optische mix van kleuren. (Kleur! - "Optisch mengen van kleuren", p. 21).

Tip: je kunt de kleuren van de stiften mengen zolang de verf nog nat is, door de streken over elkaar heen te leggen. Je kunt ook een lijn trekken met de stift en deze met een penseel uitsmeren en gladstrijken (zie de witte silo rechts).