Om de kenmerken van de kleurenpastels optimaal te benutten, moet de kleur van het papier zorgvuldig gekozen worden. Het kan de kleuren in het werk ophalen, versterken of dempen. Het papier kan onderdeel van het werk worden. Een gekleurde ondergrond heeft als voordeel dat het pastelschilderij niet volledig ‘vol getekend’ hoeft te worden.
De structuur van het papier belangrijk. Pastel valt namelijk direct van het papier als het geen grip heeft en geeft geen kleur af bij te weinig weerstand van het papier. Als de structuur van het papier ‘vol zit’, kan er Talens Pastelfixatief (061 en 064) gebruikt worden. Dit geeft meer structuur, zodat de volgende laag kan hechten.
De verzorging van je papier/kunstwerk
Omdat een pasteltekening kwetsbaar is, kun je deze ook fixeren wanneer het werk af is. Dit kan met Talens Pastelfixatief (061 en 064). De kleurlagen en deeltjes zullen onderling en op de ondergrond hechten en beter houdbaar blijven.
Welke ondergronden zijn geschikt voor zachte pastelkleuren?
In principe kan iedere ondergrond gebruikt worden, mits deze voldoende oppervlaktestructuur heeft. Meestal wordt er papier gebruikt. Bij pastelschilderen wordt droog gekleurd poeder van de pastel op het papier overgebracht. In tegenstelling tot verf heeft pastel niet de eigenschap om zich via een bindmiddel aan de ondergrond te hechten. Het pastelpoeder plakt als het ware aan de vezels van het papier. Om veel kleur te kunnen aanbrengen moet het papier dus een bepaalde oppervlaktestructuur hebben.
Tekenpapier dat bijvoorbeeld geschikt is voor Siberisch krijt is te glad en/of te hard om voldoende pastel vast te houden. Bij gebruik van andere flexibele ondergronden zoals textiel is het belangrijk dat het schilderij zo wordt ingelijst dat de ondergrond niet kan bewegen. Door trillingen kunnen de pasteldeeltjes loskomen.