Kobalt: van ‘nepzilver’ tot kleurrijk pigment
In zijn zoektocht naar bruikbare metalen en steensoorten, stuitte de mens op zilver. Eenvoudig te versmelten en bovendien voorzien van een prachtige glans. Nu zijn er meer metalen die er zilverachtig uitzien en niet zelden vergiste men zich, met alle gevolgen van dien. Want bij het versmelten van ‘nepzilver’ kwamen regelmatig giftige stoffen vrij, waarvan mensen letterlijk doodziek werden. Volgens de ‘mijnwerkers’ het werk van kobolden, die het zilver stalen en vervingen door giftig metaal ofwel kobold. Later werd dit kobalt. Inmiddels weten we dat er een heel andere verklaring is en kobaltverbindingen arseen aantrekken, dat bij verhitting vrijkomt als het uitermate giftige arseenoxide.
Glas als grondstof voor verf
Al in de oudheid werden verschillend getinte kobalthoudende mineralen gebruikt om onder andere glas en keramiek te kleuren. Een bekend blauw glas is smalt, dat vanaf de middeleeuwen ook werd gebruikt als grondstof voor verf. Het glas werd gemalen en vervolgens met een bindmiddel gemengd. Dit kobaltblauw diende lange tijd als betaalbaar alternatief voor het moeilijk verkrijgbare en peperdure ultramarijn, dat uit de Afghaanse halfedelsteen lapis lazuli werd vervaardigd. Het grote nadeel was echter, dat na toevoeging van te veel olie de blauwe kleur op den duur veranderde in een vuil grijsgroen.
Stabiel pigment
Het was de Franse chemicus Louis Jaques Thénard die in 1802 begon te experimenteren met een kobalt-arseenverbinding die gebruikt werd in zogenaamd Sèvres porselein. Hij ontdekte dat een combinatie van kobaltoxide en aluminiumoxide een bijzonder stabiel blauw pigment opleverde, het huidige kobaltblauw. Later worden ook andere kleuren op basis van kobalt ontdekt . Zo ontstaat eind achttiende eeuw in combinatie met zinkoxide kobaltgroen. In de loop van de negentiende eeuw worden het groenachtige ceruleumblauw , kobaltviolet, kobaltrood en kobaltgeel ontwikkeld, respectievelijk met tinoxide, fosfaat, magnesiumoxide en kaliumoxide. Het rood en geel zijn inmiddels vervangen door de stabielere cadmiumpigmenten. De andere kleuren worden ook vandaag de dag nog altijd gebruikt en worden geroemd om hun uitstekende lichtechtheid.